Klagen over het Nederlandse onderwijssysteem is eenvoudig. Klagen in zijn algemeen is dat. Een beetje vanaf de zijlijn zwaaien met het vingertje en hier en daar roepen “dit gaat niet goed!” kan iedereen. Daarvoor hoef je niet eens zelf in het onderwijs te zitten, getuige de stroom aan meningen die met regelmaat over ‘het onderwijs’ worden uitgestort. Een kind op school hebben zitten of opiniepeiler zijn, is genoeg om alles van het onderwijs te weten. Maar ik sta wel voor de klas en vraag me geregeld af of dit nu echt is wat we willen. Het idee is echter om het niet enkel bij die vraag of geklaag te houden en te zoeken naar andere mogelijkheden, andere vormen.
Vandaar dat ik afgelopen woensdag niet voor de klas stond, maar onderweg was naar Antwerpen, Wuustwezel om precies te zijn. De opstart van een jobshadowing programma in Oslo. Een middag kennismaken met een groep Vlaamse en Nederlandse collega’s die begin volgende maand het Noorse onderwijssysteem gaat bekijken. ‘Hoe zit het in Noorwegen met ‘eigenaarschap’?’, ‘Op welke wijze vindt burgerschapsvorming een plaats in de educatie?’ en op meer persoonlijke noot ‘Waar ligt Helvete en gaat het me lukken om daar voor mijn ‘street-creds’ een foto voor de deur te maken?’.
Onverwacht begon de jobshadowing echter al op de bijrijderstoel onderweg naar Wuustwezel. Zet twee docenten naast elkaar en snel gaat het over onderwijs en op deze tocht een ontmoeting van twee systemen. De chauffeuse in deze roadtrip was namelijk een van de aanjaagster van de Waldorfstroom in Tilburg; Marijke Vermeer. En dus ging het vrij snel over ‘De Vrije School’. Persoonlijk ben ik geen Steiner-fan, is het niet vanwege de eugenetische basis waaruit Rudolf Steiner als kind van zijn tijd dacht dan is het wel vanwege de Christelijke rand die in het antroposofische onderwijs sterk naar voren komt. Maar met al mijn – al dan niet gegronde – kritiek op (het) Steiner (onderwijs), zit in vrijwel elk educatief, pedagogisch en didactisch systeem goede of in ieder geval inspirerende ideeën.
Het idee dat ‘De Vrije School’ zich meer op een algehele persoonsontwikkeling zou richten, bijvoorbeeld. Of de ruimte die er is voor de ontwikkeling van verschillende vaardigheden in het secundaire onderwijs, in plaats van alleen zware nadruk op de ontwikkeling van het cognitieve deel. En de ruimte voor meer project gericht onderwijs, gericht op een bredere culturele en vakoverstijgende ontwikkeling. Het zijn wegen die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van ‘the educated human’.
Maar het geen dit weekend het meest bleef hangen, was het originele idee van het secundair Steiner Onderwijs: alle jongeren gaan zes jaar naar de middelbare school waar zij gezamenlijk de zelfde stadia van ontwikkeling doorlopen. Een stuk van de theorie dat De Vrije Scholen in Nederland sinds 2007 niet meer in praktijk mogen brengen. In dat jaar heeft de overheid ook deze scholen verplicht de leerlingen in leerjaar 4 (VMBO), 5 (HAVO) of 6 (HAVO/VWO) door een hoepel te laten springen. Het was een onderdeel dat bij mij nog niet bekend was, maar mij meteen als muziek in de oren klonk: samen naar school, samen ontwikkelen en niet op de leeftijd van 11 al voorsorteren op de toekomst die je mag hebben. Sterker, Marijke vertelde dat voor 2007 – toen leerlingen pas na 6 jaar Steiner Onderwijs aan hun examenprogramma begon, een groot deel op een hoger niveau examen deed dan waarop het op elfjarige leeftijd op zou zijn voorgesorteerd. Een pedagogische aanpak die meer aansluit bij een idee van kansengelijkheid dan het Nederlandse schoolsysteem nu te bieden heeft.
En precies dat schoot door mijn hoofd toen ik zaterdagochtend bij toeval midden in een gesprek over bijles in het basisonderwijs bij ‘De Sociëteit’ viel. Gegoede ouders die de eigen droom opdringen aan hun kind door het in de aanloop naar de CITO-toets bij te laten scholen door commerciële ‘teach-to-the-test’ instituten. Gevoed door een angst voor een VMBO-advies, de angstdroom van menig ouder, gaat er tot wel 300 per maand in advies-toets-voorbereiding gestopt. Ik bleef in groeiende verbazing kijken, zeker toen ik begreep dat een van de tafel gasten haar kind in groep 7 al naar bijles bracht en hoorde mijn zoon zeggen “Als dit geen white privilege is, wat dan wel?”. Of deze analyse klopt, dat weet ik niet. Wel dat dit kansenongelijkheid in optima forma is. Maar vooral dat dit in mijn optiek nooit kan bijdragen aan het geluk of de ontwikkeling van het kind.
Het is echter de Nederlandse overheid die dit in de hand werkt. Enerzijds door in alle jaren van de onderwijsloopbaan van een kind alles te betesten en te becijferen, anderzijds door aan die leerling (en ouders) vraagt om op elfjarige leeftijd een afslag in die onderwijs loopbaan te maken. Een keuze die in mijn ogen, maar vooral ook in de ogen van internationale onderwijsrapportages veel te vroeg is. Iets wat ook nog eens wordt bevestigd als je naar het leesniveau van Nederlandse leerlingen kijkt. Ja, die zijn dalende van laag naar nog lager, maar even opvallend is dat de toplezers in VMBO 3 op het zelfde niveau blijken te kunnen lezen als de middenmoot in het zelfde leerjaar van de hoogste stroom. Waar is dan die vroege selectie op gebaseerd? Zit daar een pedagogische onderbouwing achter, of is het selectie voor de markt?
Hoe het ook zij, de laatbloeiers, de onopvallende en vooral, de leerlingen wiens ouders geen spaarpot voor droominkoop hebben, zouden gebaat zijn bij dat stukje Steiner Onderwijs: nog eens zes (nu in ieder geval drie) jaar gezamenlijk naar school met daarin ook ruimte voor de algemene persoonsvorming, inspiratie en cultuuroverdracht. Maar in de Nederlandse meritocratie vindt het Ministerie van Onderwijs het vooralsnog belangrijker om die scheiding te behouden, leerling, leraar en school te becijferen en voor leerlingen een mooie hoepel aansluitend op vervolgopleiding of markt voor te houden. En dat alles dat daarbij komt kijken met bijles bijgespijkerd kan worden tot een gedegen niveau van reproductie en toetsaanpakvaardigheden (zonder vorming van begrip of inzicht) speelt nu enkel en alleen de commerciële onderwijspartijen in de kaart, niet de kinderen die daar binnen worden geduwd letterlijk weggetrokken van ervaring, disco, lego en ludo.
Excuus voor het ontbreken van een uitgebreide bronnen en/of literatuurlijst. Liet hier vooral het hoofd even stromen.