Als historicus is er niets leukers dan een tekst beginnen met “Geschiedenis herhaalt zich.”, wetende dat geschiedenis zich zelden tot nooit daadwerkelijk herhaalt. Toch is het opvallend dat De Volkskrant op de dag af twee jaar na de oproep van Alexander Rinnooy Kan en Ingrid Schouten om de smartphone uit de school te bannen[i] de opiniepagina op onderwijs opent met een oproep van Albert Mark van Leeuwen om de smartphone uit de school te bannen.[ii] Een opiniestuk dat direct de nodige reacties oplevert en de eerste paar dagen van het nieuwe jaar de opiniepagina’s van dezelfde krant beheerst.
Een interessante discussie, zeker in deze tijd waarin de dagelijkse dosis van digitale methadon die het hebbudingetje in de hand van de homo digitalis deze zelfde homo digitalis aan dat hebbudingetje verslingerd houdt. De vraag hoe wij in het onderwijs met deze maatschappelijke verschuiving en al haar sociale en culturele gevolgen om moeten gaan, kunnen we en mogen we daarom niet uit de weggaan. Moeten we onze leerlingen beschermen door af te schermen van deze schermen of juist een venster geven waarbinnen zij deze leren beheersen en op nuttige wijze kunnen gebruiken?
Van alle artikelen in deze discussie is het een ingezonden brief die bij mij het sterkste aanslaat maar dan niet op de insteek van het gebruik van de smartphone.
“Zolang jonge mensen die opgroeien in de huidige maatschappij, met al haar dagelijkse, duizelingwekkende vernieuwingen, nog steeds vijf dagen per week, zeven uren per dag met dertig leeftijdsgenoten in een afgesloten ruimte zitten te luisteren naar een volwassene die ze alleen datgene vertelt wat ze moeten kunnen reproduceren om een diploma te halen, breng jij geen rust en motivatie terug door ze de toegang tot hun telefoon te ontzeggen.” [iii]
Het lijkt een wat cynische blik op het onderwijs van mevrouw Smetsers in haar reactie op het artikel van Van Leeuwen, zeker wanner zij vervolgt dat dit systeem enkel alleen is bedacht “.. opdat ze [kinderen] de zich industrialiserende samenleving konden dienen.”, en is ook geen beeld waarin ik mij als docent in mijn lessen in kan herkennen. Bij mij werpt het wel de vraag op waar deze karikatuur van het onderwijs vandaan komt. En knelt bij mij ook de schoen niet, elke keer wanneer ik mij afvraag wat het hedendaagse doel van het onderwijs nog is? Zijn we niet doorgeslagen in de bijdrage aan de Nederlandse meritocratie en te ver verworden tot diplomafabrieken voor markt en economische groei?
Deze kritiek op het onderwijs – terecht of onterecht – is niet nieuw. In “Worden zoals wij, Onderwijs en de opkomst van de geïndividualiseerde samenleving sinds 1945” beschrijft Bram Mellink hoe de werkgroep Kritiese Kleuterleidsters eind jaren 1970 het dan gevoerde onderwijs al op de korrel neemt als een pedagogische tunnelvisie voortkomend uit een kapitalistische samenleving waarin het onderwijs teveel gericht is op het aanwakkeren economisch gewin en concurrentiedrift en niet op de ontwikkelen van eigen initiatief bij de leerlingen.[iv] Een sterk politiek geladen oordeel van het onderwijs, waarin een socialistische maatschappij visie sterk door echoot, maar zijn de hervormingen van het onderwijs van de afgelopen decennia dat niet even zeer?
Nussbaum beschrijft in ”Niet Voor de Winst” deze decennia aan overheid gestuurde onderwijshervormingen als een “stille crisis” waarin overheden “dorstend naar nationaal gewin” onderwijsstelsels grondig hervormen ten bate van de economie, maar ten koste van de ontwikkeling van competenties noodzakelijk voor de ontwikkeling van een gezonde democratie.[v] Een ontwikkeling die zij in haar boek uit 2010 vooral beschrijft vanuit ontwikkelingen in India en de Verenigde Staten, maar die we volgens haar overal in de westerse wereld terugzien.
Ook in Nederland, waar een vak als geschiedenis – van groot belang in de ontwikkeling van kritische vaardigheden noodzakelijk voor het functioneren in de democratie – op het vmbo al jarenlang in de verdrukking is gekomen van andere vakken die meer gericht zijn op de doorstroom naar een vervolgopleiding of zelfs geheel verdwenen is in de verdekte bezuinigingsmaatregel die de invoering van een vak als Mens & Maatschappij is, een praktische uitholling van het gehele pakket aan sociaal-maatschappelijke vakken in het VMBO waarin onder andere Aardrijkskunde, Geschiedenis en Economie in een algemeen vak zijn samengevoegd. Ondanks de oproep van een collectief van geschiedenis docenten om geschiedenis voor alle VMBO-leerlingen een verplicht vak te maken en het krachtige aansluitende pleidooi[vi] van Hendrik Atze van Doezum[vii] – Geschiedenisdocent van het jaar 2022 – bij HLF8 op dinsdag 9 januari 2023 is de schade al wel geleden, zeker nu uit onderzoek blijkt dat 51% van de VMBO-leerlingen minder belang hecht aan het leven in een democratie.[viii]
Uiteraard valt dat niet enkel te wijten aan een tekort aan geschiedenisuren in het VMBO. Dat is een symptoom van een bredere ontwikkeling waarbij in het onderwijs steeds meer de nadruk is komen liggen op aansluiting bij het vervolgonderwijs en minder op de ontwikkeling van de ‘onderwezen mens’.[ix] Een ontwikkeling die we niet alleen op het VMBO terug zien maar even goed op HAVO en VWO al enige tijd is ingezet, niet in het minste met de invoering van ‘De Tweede Fase’ en daar in de beperking voor leerlingen in vier profielen met verplichte examenvakken. Een van de argumenten voor de invoering van deze vier profielen en op het VWO de daarbij komende verplichting voor allen om wiskunde als examenvak af te ronden was het tegen gaan van de zogenaamde ‘pretpakketten’ waar leerlingen niet genoeg zouden leren voor de aansluiting op de vervolgopleiding. Pretpakketten waarmee je overigens toegang had tot alle alfa en vrijwel alle gamma HBO’s en WO’s.
Brede vorming werd (onbedoeld) ondergeschikt gemaakt aan soepele doorstroom naar de vervolgopleidingen, en dan bij voorkeur naar een technische opleiding. Althans die indruk geeft de Nederlandse overheid met haar voortdurende aandrang om vooral voor techniek te kiezen. Dit met als doel het creëren van een kenniseconomie, want daar zit de toekomstige groei. Een economisch motief.
Toch bloeit democratie niet (enkel) op economische groei. Democratie is gebaseerd op menselijke relaties, het vermogen andere mensen te beschouwen als mensen en niet als objecten. Democratie is gebaat bij het vermogen te bedenken hoe het anders kan; niet dat het anders moet, maar de creatieve vrijheid daar over te kunnen fantaseren. Democratie bestaat bij de gratie van gedeelde waarden en normen en gedeelde kennis. Wanneer je leerlingen in het middelbaar onderwijs vraagt naar hun eigen behoeftes, dan geeft een overgrote meerderheid aan dat ze op school ook de middelen krijgen om de wereld om hen heen te begrijpen en ontwikkelingen in die wereld te duiden.[x] In een wereld die snel verandert willen de leerlingen handvatten om in die wereld te kunnen blijven staan. En zij verlangen er ook naar om deze handvatten aangereikt te krijgen van docenten.
Het Nederlandse onderwijs lijkt daar echter de flexibiliteit voor te zijn verloren. Niet de docenten – die willen wel en zien daarvan ook de noodzaak[xi] - maar het systeem. In de wens van de samenleving het onderwijs aan te laten sluiten bij de meritocratie, is een technocratisch model opgezet dat het halen van diploma’s tot doel heeft gesteld en de scholen daarop afrekent.[xii] Doorstroom van leerlingen binnen de school en naar de aansluitende opleidingen zijn de hogere waarden waarop scholen door de overheid worden beoordeeld, terwijl diezelfde overheid met regelmaat bepleit dat bildung centraal zou moeten staan in het onderwijs.[xiii][xiv] Maar met steeds hogere nadruk op de schoolresultaten en grotere druk om het hoogste diploma te halen, zijn leraren en leerlingen gevangen in een systeem waarbij het behalen van een goed resultaat op de volgende toets belangrijker is geworden dan groei tot een volwaardig mens. Teaching to the test en learning to the test schuiven daarmee de bredere vorming uit het onderwijs.[xv]
Een bredere vorming die zou moeten kunnen plaatsvinden zonder druk of afleiding van buiten af. En in een veilige omgeving, zonder de ogen van het digitale panopticum. Willen we leerlingen bevrijden van de prestatiedruk, willen we het onderwijs op meer laten aansluiten dan alleen op de markt en willen we leerlingen wapen tegen een duizelingwekkend snel veranderende wereld, dan moeten we wellicht school weer meer terug brengen naar de betekenis die het woord had bij de Oude Grieken: vrije tijd. De vrije tijd om je te ontwikkelen, los van arbeidsverplichtingen en – in onze moderne digitale wereld – los van digitale dwangprikkels en afleidingen.
[i] Kan, A. R. (2021, 4 januari). De smartphone moet de school uit. de Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-smartphone-moet-de-school-uit~b4c551c7/
[ii] Leeuwen, A. M. van. (2023, 3 januari). Opinie: Docenten overwerkt, leerlingen overstrest. Terwijl de beste remedie goedkoop en eenvoudig is. de Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-docenten-overwerkt-leerlingen-overstrest-terwijl-de-beste-remedie-goedkoop-en-eenvoudig-is~b9078a9a/
[iii] Redactie. (2023, 6 januari). Verander het Tropenmuseum in het Slavernijmuseum. de Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/verander-het-tropenmuseum-in-het-slavernijmuseum~b806f5b3e/
[iv] Mellink, B. (z.d.). Worden zoals wij: onderwijs en de opkomst van de geindividualiseerde samenleving sinds 1945. Wereldbibliotheek. Pag. 149
[v] Nussbaum, M. (2010). Niet voor de winst: waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft (Dutch Edition) (01 editie). Ambo. Pag. 16
[vi] Kossen, E. (2023, 7 januari). Leraren: maak van geschiedenis verplicht vak op vmbo. Telegraaf. https://www.telegraaf.nl/nieuws/665298741/leraren-maak-van-geschiedenis-verplicht-vak-op-vmbo
[vii] Hendrik Atze van Doezum Geschiedenisdocent van het jaar 2022. (z.d.). Nationaal Archief. https://www.nationaalarchief.nl/beleven/nieuws/hendrik-atze-van-doezum-geschiedenisdocent-van-het-jaar-2022
[viii] Nuland, M. van. (2023, 3 januari). Vmbo’er hecht minder waarde aan democratie dan leeftijdsgenoten. Trouw. https://www.trouw.nl/binnenland/vmbo-er-hecht-minder-waarde-aan-democratie-dan-leeftijdsgenoten~b6aa3901/
[ix] Dearden, R. F. (2012). Education and the Development of Reason (International Library of the Philosophy of Education Volume 8). Routledge.
[x] Erve, T. P. J. van. (2019). De rol van het onderwijs in een geseculariseerde samenleving. Docentonderzoek Brabant. https://docentonderzoekbrabant.files.wordpress.com/2020/03/vanerve2019.pdf
[xi] ibidem
[xii] Standaert, R. (2014). De becijferde school: meetcultus en meetcultuur (Dutch Edition) (01 editie). Acco Uitgeverij.
[xiii] Staatsblad 2021, 321 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen. (2021, 2 juli). https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-321.html
[xiv] Burgerschap. (2022, 16 februari). De Groene Amsterdammer. https://www.groene.nl/artikel/burgerschap-2022-02-16
[xv] Haperen, T. van. (2022, 22 december). Ons onderwijs verwordt tot een selectie- en examenfabriek. Het verdient een radicale en nationale correctie. de Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/ons-onderwijs-verwordt-tot-een-selectie-en-examenfabriek-het-verdient-een-radicale-en-nationale-correctie~b41e52076/